Dit project vond plaats in de dorpen Kenge, Menkao en Bukangalonzo, eind 2015, eerste helft 2016.
In de traditionele cultuur van Congo hebben mannen veel macht: Als mannen spreken, mag de vrouw niets zeggen. Materiële zaken van het gezin behoren aan de vader en zijn familie. Als de vader sterft worden moeder en kinderen regelmatig op straat gezet. Een moeder heeft zelf geen zeggenschap over haar kinderen: haar broer heeft alles te zeggen over zowel haarzelf als haar kinderen.
Veel meisjes gaan niet naar school. Ze werken op het land, en worden uitgehuwelijkt en vaak verkracht.
Ook in de politiek zijn de vrouwen sterk ondervertegenwoordigd en vrouwen op hogere posities staan nog steeds onder grote discriminerende druk.
De officiële wet is anders. Volgens de wet zijn mannen en vrouwen gelijkwaardig en erven bijvoorbeeld de kinderen de bezittingen van de vader.
De doelstellingen van dit project waren:
- Dat 45 vrouwen zich ontwikkelen en posities in gaan nemen op hogere of lagere politieke functies, deel kunnen nemen aan onderhandelingen en beslissingsprocedures (women empowerment & women leadership)
- Dat minstens 300 vrouwen kritisch de politiek gaan volgen en gaan stemmen (political engagement of women)
- Dat men zich in de dorpen bewust wordt van de waarde van vrouwen en de wetten naleeft die de rechten van vrouwen beschermen.
- Peacebuilding: De onderdrukking van de oude cultuur loslaten en het geweld tegen vrouwen dat daaruit voortkomt.
De activiteiten:
- Sensibilisatie en overleg met dorpshoofden, notabelen, pastors en priesters.
- De wetgeving m.b.t. de rechten van de vrouw onder de aandacht brengen, via flyers en de media: Radio, TV, krant *.
- 45 vrouwen een goede kans bieden op een politieke positie door ze te trainen (Train-the-trainer),
en hen een achterban op te laten bouwen door elk 10 andere vrouwen op te leiden.
Die cursussen dan op algemeen toegankelijke plaatsen houden zodat iedereen kan toehoren,
en de vrouwen laten inventariseren welke problemen er spelen.
- Hen zichzelf en hun ervaringen laten presenteren op een congres over de positie van de vrouw, en dat uitzenden via radio en tv.
- Een begin maken met netwerken door ook de huidige vrouwen in de politiek uit te nodigen in de trainingen.
- Een aantal Comité’s oprichten en een internationaal netwerk tussen Congolese vrouwen,
met name met de vrouwen die in het buitenland wonen als politiek vluchteling, met een achtergrond in de vroegere politieke situatie.
Resultaat:
In plaats van 30 zoals eerst geraamd, werden er 45 vrouwen opgeleid, dank zij een donatie van de plaatselijke gouverneur.
Ook 5 vrouwen uit de politiek en van de politie volgden alle trainingsbijeenkomsten.
De vrouwen leidden elk niet 10 maar ongeveer 60 andere vrouwen op. Veel daarvan leidden zelf weer anderen op zodat in totaal ruim 3500 vrouwen een trainig kregen. Omdat alle cursussen openbaar waren werden er nog eens minstens zoveel vrouwen en mannen voorgelicht. Het ging als een lopend vuurtje en sloeg over naar omliggende dorpen. En ook daar onstonden uiteindelijk Comité’s waarin men de politieke situatie en de situatie van vrouwen ging bespreken. Vrouwen werden zich bewust van hun macht als groep en als kiezers en er ontstonden spontaan allerlei initiatieven. Ook mannelijke en vrouwelijke politici kwamen met nieuwe ideëen zoals de oprichting van een volkuniversiteit, en donaties voor de bouw van een toiletgebouw bij een plaatselijke school. Locale vrouwenorganissaties werden weer actief.
De Comité’s zijn nog steeds erg actief en men organiseert eigen projecten, bijvoorbeeld met geld van de Nederlandse Ambassade.